Het Openbaar Ministerie stelt geen vervolging in na de dood van een arrestant op 9 juni dit jaar in het centrum van Den Haag. De dood van de man is niet te wijten aan de politieagenten die hem aanhielden, blijkt uit onderzoek door de Rijksrecherche.
De 40-jarige man uit Polen werd op 9 juni door de politie gearresteerd na een korte achtervolging. De man viel op omdat hij met zijn auto tegen het verkeer in het Prins Bernhardviaduct opreed. Toen de politie het voertuig controleerde, bleek dat de man gesignaleerd stond om uitgezet te worden naar Polen.
De man sloeg vervolgens te voet op de vlucht en kon na een achtervolging van zo'n tien minuten worden aangehouden op het Lamgroen. Omdat hij zich verzette tegen zijn aanhouding, werd door agenten pepperspray en geweld toegepast. Naar oordeel van het Openbaar Ministerie was dit rechtmatig. De man is vervolgens op de been geholpen en zelfstandig naar de politieauto gelopen.
Reanimatie op binnenplaats
Onderweg naar het bureau leek de man nog in orde en praatte hij met de begeleidende agenten. Maar vlak voor aankomst zakte hij weg. Op de binnenplaats van het politiebureau aan de Jan Hendrikstraat is nog geprobeerd de man te reanimeren, maar hulp mocht niet meer baten.
Uit sectie op zijn lichaam bleek dat het door politie toegepaste geweld niet zijn dood kan hebben veroorzaakt. Het Openbaar Ministerie heeft daarom besloten de betrokken politiemensen niet te vervolgen. De politie en de nabestaanden van de overleden arrestant zijn hierover op de hoogte gesteld.